Halsband parkiet:

 

De halsbandparkiet is ongeveer veertig centimeter groot en weegt ongeveer 120 tot 150 gram. Zijn veren zijn voornamelijk groen. Een smalle streep loopt van de bek tot het oog. Bij de man is de kin zwart, en een brede zwarte streep loopt over de onderwangen en eindigt in een roze band achter de nek. Op de nek is een lichtblauw waas. De binnenste staartpennen zijn blauwig met groengele punten. De bovensnavel is rood met zwarte uiteinden, de benedensnavel is zwart, gemarkeerd met rood, de iris is lichtgeel.

De pop is helemaal groen.

De jongen lijken op de pop. Hun staart is korter, hun bek roze, hun iris grijswit.

ONDERSOORTEN:

De soort psittacula Krameri Krameri genoemt, is in feite afkomstig uit Afrika. Men komt hem in Guinea, Senegal en ook Mauritanië, Oeganda en Soedan tegen. Ze is iets kleiner en heeft een zwartere bek, tevens lichtgelige veren. Er bestaan drie ondersoorten, waarvan er twee oorspronkelijk uit Azië afkomstig zijn.

Psittacula Krameri Parvirostris: De kop en de wangen zijn groener, dus minder geel, de bek is kleiner, de bovensnavel is rood. Deze vogel leeft in Soedan, Ethiopië en in het noord-westen van Somalië.

Psttacula Krameri Borealis: De beide kanten van de kop zijn wazig blauw, de onderkant van het lichaam is grijsgroen. De bek is helemaal rood, de benedensnavel is soms zwart gemarkeerd. Deze ondersoort is groter dan de naamsoort. Zijn bek is ook forser. Deze vogel leeft in het noord-westen van Pakistan, in Indië, en ook in Nepal en Birma.

Psittacula Krameri Mannillensis: De derde ondersoort is ook groter dan de naamsoort. De merken op de kop en de roze halsband zijn meer zichtbaar bij de man, de bek is groter, de benedensnavel is zwart. Ze leven in Sri Lanka en in het zuiden van Indië. Dit schijnt de meest voorkomende variëteit in gevangenschap te zijn.

GEDRAG IN HET WILD:

DE halsbandparkieten wonen in bosrijke omgevingen, in lichte rimboes en in half-woestijnachtige wildernissen. Ze komen vrijwillig dicht bij de bewoonde wereld. Ze zijn talrijk rondom de grote steden in het noorden van Indië. In het algemeen ziet men ze in vluchten, maar als er een overvloedige bron van voedsel is, kunnen ze zich per honderden groeperen. Hoewel ze sedentair zijn, kan men in de bebouwde gebieden enkele lokale verplaatsingen observeren, afhankelijk van de tijd van rijpen. Dan kunnen ze grote schade aan de oogst aanbrengen. Hun voedsel bestaat uit verschillende zaadsoorten, bessen, vruchten, bloemen en nektar. Het voortplantingseizoen gaat van december tot mei (Indië). Het nest ligt hoog, in de holte van een dikke tak of boom, maar ook in een gat in een muur of onder het dak van een huis. Het kan voorkomen dat deze vogels nesten van barbus en spechten gebruiken en uitbouwen, of dat ze zelf een gat in een boom van niet te hard hout maken. Gemiddeld worden er drie tot vier witte eiëren gelegd op een laagje verrot hout of op houtsplinters.
Halsbandparkieten
Bij de kwekers is de halsbandparkiet de meest voorkomende Aziatische soort. Hun slankheid en hun trotse houding maken er heel elegante vgels van, en hoewel hun kleur, behalve de halsband, gelijkmatig groen is, wedijveren ze zonder problemen met de mooiste Australische parkieten. Het enige bezwaar is het seksen: in het algemeen krijgt de man zijn halsband pas in het derde jaar. Toch kan het voorkomen, dat de man zijn ornament al in zijn tweede jaar heeft. Wil men toch weten of het een man of pop is, kan men de vogel DNA laten seksen.
Gedrag
Hoewel hij een robuuste bek heeft, is de halsbandparkiet geen verwoester. Toch houdt hij er van om op hout te knagen, en is het noodzakelijk hem voortdurend van verse wilgen of fruitboomtakken te voorzien. Aluminium of ijzeren posten en stijlen zijn het beste voor de voliëre, maar heel hard hout kan ook gebruikt worden. Een voliëre van vier meter lang, twee meter hoog en één meter breed lijkt ons het minimum voor dit soort. Een nachthok van één á twee meter diep moet aansluitend aan het buitengedeelte geplaatst worden.
De halsbandparkieten zijn erg gevoelig voor bevroren poten [vleespoten], waardoor ze hun tenen verliezen.
Het kan gebeuren dat paartjes aan minder ruimte gewend raken.
We hebben het geval van een paartje gezien,in een voliëre van twee meter lang en hoog en één meter breed,dat ieder jaar veel jongen had. Maar zodra deze laatste het nest verlieten,werd de ruimte echt heel klein. Het is beter,voor het goede evenwicht van de volwassen vogels en het goed ontplooien van de jongen, over een ruime voliëre te beschikken.
Om de vogels een zo lang mogelijke vlucht te geven zijn twee zitstokken, elk aan een uiteinde van de voliëre, voldoende.
Het is verstandig het gaas boven de buitenzitstokken af te dekken met een doorschijnende plaat : op die manier wordt zitsok niet nat en bevriest dus niet in de winter.
Buiten het kweekseizoen zijn de paartjes niet erg aan elkaar gehecht.
Huisvesting
De halsbandparkieten zijn makkelijk te voeden vogels. Ze eten bijna alles. Behalve de traditionele gemende zaden, houden ze ook van fruit (appel, peer,mandarijn en sinasappel) , groenten ( wortel, kool,paprika, sperziebonen, doperwtjes , halfrijpe mais , wilde graszaden , bessen ,rozebottel,  lijsterbes  en paardebloem.)
Verse takken stellen ze ook zeer op prijs , hier zitten bepaalde voedingstoffen in , en ze zijn er uren mee bezig.
Natuurlijk moeten ze altijd kunnen beschikken over grit , aminozuren en mineralen.
Gedurende het grootbrengen van de jongen moet men afwisselend ontkiemt zaad, brood met melk en opfokvoer geven (eivoer).
Met een zo goed gevarieerde voeding, zullen deze vogels prima jongen groot brengen. Goed vochthoudend voedsel is onmisbaar voor de goede spijsvertering van de jonge vogels. Te droog voedsel kan sterfte onder de jonge vogels als gevolg hebben.
Natuurlijk moet het drinkwater schoon zijn, en moet dus vaak verfrist worden.
De halsbandparkieten zijn niet erg gevoelig voor wormen, maar toch moet in voor en najaar een wormmiddel toegediend worden.
Voeding
In de regel vindt voortplanting in het derde jaar plaats. Maar het gebeurt hoe langer hoe vaker dat de jongen zich al in het tweede jaar voortplanten, ook al heeft de man zijn ornament nog niet. Een nestblok van 50 cm hoog bij een bodem oppervlak van 25 x 25 cm, met in de onderzijde een kontrole luikje, en een invlieggat van 8 á 9 cm rond, voldoet meestal aan de eisen van deze vogels.
De halsbandparkieten nestelen graag vroeg in het seizoen. Toch is het beter, zo mogelijk, tot maart te wachten voor dat je de broedblokken op gaat hangen. Is dit niet het geval, dan kan men,als de temparatuur daalt, grote problemen hebben zoals legnood, bevroren eiëren, jonge doodgevroren vogels.
De paringen vinden enkele weken voor de leg plaats. De leg bestaat uit vier tot zes witte eiëren, die drieëntwintig dagen door de pop bebroed worden, aan het eind van de leg, of na de leg van het voorlaatste ei.
De jonge vogels zijn naakt en blind. Als ze 10 tot 15 dagen oud zijn ,
kunnen de ringen van 6,5 tot 7 milimeter doorsnee aangebracht worden.  Ze blijven zes tot zeven weken in het nest, en zijn daarna nog twee tot drie weken afhankelijk van hun ouders. De man voert de pop op het nest, en ook de jonge vogels in het nest.
Voortplanting
Mutaties

Bij halsbandparkieten hebben we vier soorten verervingen.

1 Recessief:

Bij deze vererving moeten beide vogels de gewenste factor bij zich dragen, ofwel zichtbaar(mutant), ofwel onzichtbaar(split).Splitvogels worden verkregen door een mutant te paren met een willekeurige kleur. Alle jongen uit deze paring zijn split voor de gewenste mutatie, zowel de mannen als de poppen.

2 Geslachtsgebonden:

Alleen split mannen zijn mogelijk in dit geval.Door deze splitmannen te paren met een mutant pop is de mutatie bij mannen te verkrijgen.

3 Dominant:

Dit is de eenvoudigste vererving doordat er maar één mutant nodig is, zowel man als pop,die direct de mutant doorvererft bij paring met een andere niet mutant. Bij de dominante vererving komen geen splitvogels voor. Bij de dominante vererving hebben we enkel- en dubbelfactorige vogels.

4 Intermediair:

In theorie geeft deze paring tinten van mutatie die tussen de gebruikte man en pop liggen.
Bij deze vererving komen ook geen splitvogels voor.
Deze vererving komt alleen voor bij de serie donkergroen , olijf , kobalt en mauve.



 
Vererving
R   = RECESSIEF
RR = TWEEMAAL  RECESSIEF
G   = GESLACHTSGEBONDEN
D   = DOMINANT
PD = PASTELFAKTOR  IS DOMINANT OVER ALLE BLAUWE MUTANTEN
Albino------------------------------------------  R-G                      
Albino-olijf-------------------------------------  R-G-D
Blauw-------------------------------------------  R
Blauwcinnamon------------------------------ RR
Blauwe lacewing------- --------------------- R-G
Creme-ino------------------------------------- R-G-PD
Creme-ino-olijf-------------------------------- R-G-D-PD
Cremekoppastelblauw--------------------- RR-PD
Cremekoppastelblauwcinnamon--------R-G-PD
Cremekoppastelgrijs------------------------RR-D-PD
Cremekoppastelgrijscinnamon----------R-G-D-PD
Cremekop-witstaartpastelblauw-------- RR-PD
Cremekop-witstaartpastelgrijs---------- RR-D-PD
Geelkop---------------------------------------- R
Geelkopolijf------------------------------------ R-D
Geelkopgeelstaart--------------------------  R
Geelkopgeelstaartolijf---------------------- R-D
Geelkopcinnamon--------------------------- G
Geekopolijfcinnamon---------------------- G-D
Goudolijf--------------------------------------  G-D
Groencinnamon-----------------------------  R
Grijs--------------------------------------------  R-D
Grijscinnamon----------------------------- - RR-D
Grijze lacewing-----------------------------  R-G-D
Hemelsblauw-------------------------------- R-G
Isabel------------------------------------------ G
Lacewing------------------------------------- G
Lacewingolijf--------------------------------  G-D
Lutino------------------------------------------ G
Lutino-olijf------------------------------------ G-D
Olijf  = grijsgroen--------------------------- D
Olijfgroencinnamon------------------------ R-D
Pastelblauwcinnamon-------------------- RR-PD
Pastelblauwe lacewing------------------- R-G-PD
Pastelgrijs----------------------------------- R-D-PD
Pastelgrijscinnamon---------------------- RR-D-PD
Pastelgrijze lacewing-------------------- R-G-D-PD
Pastelhemelsblauw---------------------- R-G-PD
Pastelzilver--------------------------------- R-G-D-PD
Witkopblauw------------------------------- RR
Witkopgrijs--------------------------------- RR-D
Witkopblauwcinnamon----------------- R-G
Witkopgrijscinnamon------------------- R-G-D
Witkopwitstaartblauw------------------- RR
Witkopwitstaartgrijs--------------------- RR-D
Zilver--------------------------------------- --R-G-D