Engels: Swift Parrot, Swift Lorikeet, Red-shouldered Parakeet, Duits: Schwalbensittich
INLEIDING
De swiftparkiet kreeg zijn Latijnse benaming, Lathamus Discolor, van de Britse ornitholoog Dr. John Latham (1740-1837). De soortnaam ‘discolor’ duidt op het bont gekleurde verenpak van de swiftparkiet. De swiftparkiet is de enige vertegenwoordiger van het geslacht lathamus en verschilt in vele opzichten van alle andere parkieten. Hij vertoont namelijk kenmerken van zowel parkieten als van lori’s. Eigenlijk is de swiftparkiet een tussenvorm tussen de parkieten en de lori’s. In hun bewegingen lijken ze veel op lori’s, die ook veel klauteren en maar weinig op de grond komen. Verder verschilt hun tong ook duidelijk van die van parkieten, deze is min of meer gevormd voor het opnemen van nectar.
Figuur 1: Nectar is een belangrijk bestanddeel van de natuurlijke voeding van swiftparkieten.
In 1863 werden de eerste swiftparkieten in Europa ingevoerd. Ze werden gehuisvest in de dierentuin van Londen. Rond 1880 werd de swiftparkiet in grote aantallen in Europa ingevoerd. Veel van deze vogels kwamen toen terecht in Duitsland. De eerste broedresultaten in gevangenschap werden behaald door een Fransman in de periode 1882 tot 1887.
UITERLIJK EN GESLACHTSONDERSCHEID
De Swiftparkiet is ongeveer 25 cm groot. Op de bovenzijde is hij groen. Het voorhoofd, keel, voorste wangen, vleugelboog, klein vleugeldek en ondervleugeldek zijn rood. De bovenkop donkerblauw. De teugel evenals de randen van de rode gezichtstekening zijn geel van kleur. Het onderdek gaat van turkooisblauw over naar groen. Het borst en buikgevederte is meer geelgroen. Het onderstaartdek is rood geschubd met wat groen. Het arm en handvleugeldek is lichtblauw, evenals de slagpennen, die gele zomen bezittende middelste staartveren zijn roodbruin en bezitten donkerblauwe punten. De buitenste staartveren zijn donkerblauw met roestkleurige zomen. Het staartonderdek is grijs. De snavel is hoornkleurig en de poten bruin.
Figuur 2: Twee prachtige swiften. Op het eerste gezicht is het lastig om het verschil tussen een man en en pop te zien (foto rechts afkomstig van smithy's swiftparadise).
Hoewel op het eerste gezicht lastig, is bij een nadere inspectie van de vogels, het geslacht van deze vogels redelijk te bepalen. De mannen zijn wat intensiever van kleur. Het rood rond de snavel is feller en de man heeft meer blauw op de kop. De rode stuit veren van de pop zijn veel minder rood dan die bij de mannen. Verder is de iris bij de man meer oranjegeel en is die van de pop bruingeel. De jongen zijn veel matter van kleur dan hun ouders en hebben ook nog geen gekleurde irisring. Ook is het mogelijk, afhankelijk van de roodintensiteit van de poppen, om het onderscheid waar te nemen in een tweetal rugdekveren. Bij de jonge poppen zijn deze soms geel/rood en bij de mannen zijn ze volledig rood. Goede poppen hebben als ze volwassen zijn ook rode rugdekveren. De onderste stuitveren zijn bij de man intensief rood en bij de pop veel minder intensief rood. De jongen ruien op een leeftijd van 5 maanden en zijn op een leeftijd van 9 maanden volledig op kleur. Ook komt na het ruien de irisring van de man op kleur (oranje). Naar gelang de vogels ouder worden, worden ze steeds mooier van kleur.
Figuur 3: Mooie velgekleurde overjarige swiften.
Als de jongen in de veren zitten kan de aanwezigheid van een vleugelstreep aan de binnenzijde van de vleugels soms iets zeggen over het geslacht. Een vleugelstip (spot) genoemd, maar niet altijd goed zichtbaar, duidt vaak op een man. Na de 1e of 2e rui verdwijnen deze spots vaak. Een duidelijke brede vleugelstreep over de gehele veer duidt op een pop. Ervaring met een kweekkoppel om dit te kunnen vaststellen is een vereiste omdat dit per kweekkoppel kan verschillen.
Figuur 4: (Links) - De ondervleugel van een jonge man vertoont witte stippen, (Rechts) - Bij een overjarige man zijn de witte stippen meestal verdwenen. Foto's afkomstig van smithy's swiftparadise .
Figuur 5: (Links) - De ondervleugel van een jonge pop vertoont bredere witte stippen dan die van een jonge man, (Rechts) - Bij een overjarige pop zijn de witte brede witte stippen op de ondervleugel meestal aan elkaar gegroeid tot een vage witte band. Foto's afkomstig van smithy's swiftparadise .
HET LEEFGEBIED IN HET WILD
De swiftparkiet is een trekvogel die men enkel in groepjes of zwermen kan aantreffen, en zelfs in de kweekperiode komt het niet tot gevechten tussen de paren onderling. Hun kweekgebieden liggen in Tasmanië en de omliggende eilanden in de Bass Straat. Tussen januari en mei verlaten ze dit gebied voor enkele maanden en overwinteren buiten het kweekseizoen in Zuid Oost Australië, hoofdzakelijk in het midden en zuiden van Victoria. Daarbuiten reikt hun verspreidingsgebied in deze tijdspanne ook vanuit het Zuid Oostelijke Queensland over het Oostelijke deel van Nieuw Zuid Wales tot Zuid Oostelijk Zuid Australië. Enkele exemplaren verblijven eveneens het hele jaar door in Tasmanië. In hun Tasmaans broedgebied bevolken deze parkieten boombestanden en graslanden. In de Zuid Oostelijke gebieden van Australië zijn het de open wouden die als levensruimte dienen. In augustus en september keren de swift parkieten dan uit hun overwinteringsgebieden terug en beginnen meestal omstreeks september met het uitzoeken van geschikte broedgelegenheden.
Figuur 6: Zwart gemarkeerd het leefgebied van de nog in het wild levende swiftparkieten populatie.
De laatste jaren wordt de swift parkiet redelijk zeldzaam in zijn leefgebied. Pas vanaf 1970 wordt deze vogelsoort in bescherming genomen omdat ze vaak als schadeveroorzaker aangezien werden op de fruit plantages. In 1988 werd hun aantal op nog slechts 1500 broedparen geschat en als bedreigd beschouwd. De laatste jaren gaan ze nog meer achteruit en blijken er nog slechts 1000 paren te bestaan. De reden hiervoor zou de vernietiging van hun habitat zijn speciaal het ontbossen van een bepaalde soort eucalyptusboom ( Eucalyptus globuleus ), wiens nectar hen als voedselbron dient en ongeveer 90% van hun voeding uitmaakt.
Figuur 7: Detail kaart van Tasmanie, het enige natuurlijke broedgebied van de swiften.
Figuur 8: Gewoon een paar mooie foto's van swiften in hun natuurlijke leefomgeving.
Tijdens mijn zoektocht naar informatie heb ik een leuke video gevonden van een swiftparkiet in zijn natuurlijke leefomgeving. Om de video te bekijken klik hier.
HET BROEDPROCES IN HET WILD
In de natuur bestaat de voorkeur voor een holte in een gom- of boom eucalyptusboom, op hoogte variërend van net boven de grond tot twintig meter hoog en meer. Dikwijls bevinden er zich in een boom verschillende holen die gelijktijdig door swiftparkieten of neophema soorten betrokken worden. In oktober en november beginnen ze te leggen. Een legsel bestaat uit 3 tot 5 eieren, die alleen door de pop bebroedt worden. Nestmateriaal wordt niet in het nest gedragen en alleen de aanwezige houtmolm blijft ter plaatse. Gedurende de broedperiode van ongeveer 20 dagen wordt de pop meerdere keren door de man in het nest opgezocht om haar van het nodige voedsel te voorzien. Zes weken na het uitkomen verlaten de jonge vogels het nest.
Figuur 9: Swiften broeden in de natuur in natuurlijke holtes in bomen.
DE SWIFTPARKIET IN ONZE VOLIERES
Huisvesting
Swiftparkieten zijn in het algemeen geen moeilijke vogels om te houden. Het best gebruikt men hiervoor een gecombineerde binnen en buitenvolière. De ze mag uit hout gemaakt zijn en met groene planten beplant worden, in het bijzonder kleine bosjes of boompjes, die ze gemakkelijk kunnen gebruiken om in te klauteren. Let er echter wel op dat het groen hen niet hindert om over en weer te kunnen vliegen, ook omdat ze zich gemakkelijk kwetsen bij het uitvoeren van hun snelle vlucht.
Omdat swiftparkieten niet agressief zijn kunnen ze prima in een gemengde volière met andere tropen en vredelievende parkieten gehouden worden. Buiten de broedtijd zitten mijn 2 koppels swiften in een gememengse voliere met verschillende neophema's, grasparkieten en bergparkieten. In de broedtijd is de voliere wat minder druk bezet. Omdat swiften zeer goede en snelle vliegers zijn, willen ze graag wat ruimte hebben. Ik houd ze zelf in een voliere van 4 tot 5 meter en vind dit perfect. Er zijn ook mesne die zeggen dat swiften in verband met hun snelle vlucht beter in een iets kleinere voliere kunnen zitten zodat ze niet zulke grote snelheden bereiken en zich niet kunnen verwonden. Ik heb zelf echter nog nooit problemen gehad.
Figuur 10: Prachtige foto van een swift in zijn snelle zwaluwachtige vlucht.
Swiftparkieten zijn echte acrobaten en mogen graag klimmen. Een klimboom is dan ook onontbeerlijk in de volière. Indien mogelijk geef ik mijn swiften dagelijks verse jonge takken. Ze klauteren dan de hele dag in het rond en doen zich te goed aan de jonge schors.
Figuur 11: Mijn eigen swiften vinden het geweldig om in een grote bos verse takken te klauteren. Het is super om naar zo'n stel acrobaten te kijken.
Uiteraard moeten ze wel beschikken over een beschut, tocht-, vocht- en vorstvrij binnenverblijf. 's Zomers mogen mijn swiften 's nachts gewoon buiten blijven. Ik zorg dan wel voor voldoende nacht verlichting in de tuin zodat ze nog wel iets kunnen zien als ze schrikken. 's Winters en in de herfst haal ik ze 's nachts naar binnen. Omdat ze graag aan het gaas hangen bestaat groot gevaar voor bevroren poten als het echt koud wordt. Alleen als het heel hard vriest verwarm ik bij zodat het vorstvrij blijft in de schuur waar ik mijn nachtverblijf heb gebouwd.
Gedrag
De Swiftparkiet is een zeer actieve vogel die veel leven in onze volières brengt. Uitgezonderd de uren rond de middag vliegt, klautert en klimt de swiftparkiet de hele dag, vaak fanatiek fluitend, door de volière. Indien voorradig geef ik ze dagelijks een grote bos verse wilgen of fruitboom takken. Ze schillen deze takken kaal en klauteren er in, wat goed is voor hun poten en snavel. Ook een bak water dient elke dag tot hun beschikking te staan omdat ze erg graag badderen. De swiftparkiet is een zeer verdraagzame vogel en kan gerust in een gemengde volière worden gehouden. Wanneer ze hun verzorger leren kennen worden ze erg tam, soms zelfs een beetje brutaal. Bij het voeren komen ze soms gewoon op je hand zitten en beginnen alvast aan hun maaltijd
Kweken in een voliere
Ik kweek zelf met 2 koppels swiften in een gemengde volière met elegantparkieten, Bourkeparkieten en bergparkieten. Er kan met swiften ook in kolonie verband gekweekt worden. Het is in dat geval verstandig om met een oneven aantal vogels te kweken met het aantal vrouwtjes in de meerderheid. Een swift man kan eenvoudig nestelen met 2 verschillende poppen.
Als de broedtijd is aangebroken selecteert de pop een geschikte nestgelegenheid. In een volière is het dan ook noodzakelijk meerdere nestkasten op te hangen zodat ze een keuze mogelijkheid heeft. Ik hang zelf meestal begin april (een beetje afhankelijk van het weer) de nestkasten in de volière. Door knaaggedrag aan het hout in de nestkast is het zichtbaar dat een pop in broedstemming is en dat er spoedig eieren te verwachten zijn. In de volière of in een broedkooi, broeden de swiftparkieten in een nestblok van ongeveer 40 cm hoog en een bodem ongeveer oppervlak van 20 x 20 cm. Het in vlieggat heeft een diameter van 5,5 tot 6,0 cm. Het nest blok kan onder hoek van 45°, maar ook recht opgehangen worden (in dat geval met aan de binnenkant een trapje). Zelf gebruik ik zowel zelfgemaakte als natuurbroedblokken met een trapje aan de binnenzijde zodat ze naar beneden kunnen klimmen. Hierdoor is de kans minder aanwezig dat ze zich op de eieren laten vallen. De bodem moet komvormig zijn en als bodembedekking gebruik ik vochtig een mengsel van vochtige turf en houtsnippers. Een pop legt om de dag, 3 tot 5 eieren die 19 dagen bebroed worden. De jongen moeten tussen de 7de en 8ste dag worden geringd met ringen van 5,0 mm. In de broedperiode en de eerste weken dat er jongen zijn, is ze voor wat betreft de voeding afhankelijk van de man. De pop wordt 's morgens en 's avonds door de man gevoed. Op dit tijdstip verlaat de pop ook vaak even het nest om zich te ontdoen van haar ontlasting. Na een week of vijf komen de jongen voor het eerst naar buiten. De pop blijft tot dat moment ook meestal 's nachts bij de jongen. Bij de jongen ontstaat na een aantal weken een witte vlek op het achterhoofd. Wat daar de reden van is weet ik niet. Als de swiften jongen hebben is het beslist noodzakelijk regelmatig het nestmateriaal te verschonen omdat hun natte ontlasting vooral in de eerste weken zorgt voor een veel te vochtig nest. In tegenstelling tot andere vogels is het verschonen van het nestmateriaal geen enkel probleem. Bij warm weer moet men ook zorgen voor voldoende ventilatie. Het mag namelijk niet te warm worden in het nestblok.
Voeding
In zijn thuisland voedt de swiftparkiet zich hoofdzakelijk met nectar en pollen, doch eveneens verschillende insecten zorgen voor de nodige afwisseling. Verder talrijke vruchten, zaden, knoppen, bladeren en bessen. Ze zoeken zelden de bodem op al nemen ze ook wel eens graszaden tot zich. Het grootste deel van hun voedsel vinden ze in de bomen.
Dit gevarieerde natuurlijke dieet maakt het noodzakelijk ook het voedingspatroon in onze volières hierop aan te passen. Mijn swiften zitten in een gemengde volière met verschillende neophema's, grasparkieten en bergparkieten en krijgen als basis een zaadmengsel voor neophema's. Dit vul ik dagelijks aan met kiemzaad, eivoer, een stuk vers fruit (zoete appel en peer vinden ze het lekkerst) en twee theelepels aangelengde Nutri Bird A21 pap met water en een beetje honing (dit overigens omdat lori pap bij ons in de omgeving niet te krijgen is). Dit vul ik ter afwisseling nog een paar keer per week aan met onkruidzaad, universeel voer, trosgierst en verse groente. 's Zomers gebruik het liefst groen uit de natuur zoals klaver, vogelmuur en paardenbloemblad. 's Winters gebruik ik vaak wortel, andijvie en spinazie. Uiteraard moet er altijd schoon water, grit, sepia en maagkiezel tot hun beschikking staan. Voor meer informatie over de voeding van onze parkieten verwijs ik u naar het artikel De voeding van onze parkieten.
Figuur13: (Links) - Mijn swiften zijn gek op trosgierst, (Rechts) - Omdat ik geen loripap kan krijgen in de buurt gebruik ik dagelijks Nutribid A21 poeder aangelengd met wat water en honing.
MUTATIES
Er bestaan een paar kleur mutaties van de swiftparkiet. Onderstaand een paar foto's van de misty, de faded en de zeer zeldzame roodbuik kleurmutaties.
Figuur 14: De faded, misty en roodbuik kleurmutaties van de swiftparkiet (vogels van Geert Vankeirsbilck uit België vankeirsbilck.geert@telenet.be)